Als trainingsacteur werd ik ingezet voor het oefenen van een verzuimgesprek. Hiervoor had ik een casus gekregen: Ik was vorige week maandag niet naar het werk gegaan, en had ook niet gebeld. Toen de manager mij belde, zei ik dat ik ziek was en verbrak ik zo snel mogelijk de verbinding. De rest van de week heb ik de telefoon niet opgenomen. De maandag daarna ben ik aan het werk gegaan alsof er niks aan de hand was. Dus nu werd ik bij de manager geroepen, die graag wilde weten hoe het precies zat met mijn verzuim van de afgelopen week.
De manager is een jonge dame met een fiere uitstraling. Ze had haar gesprek goed voorbereid. Voor haar lag een vragenlijstje. Ze legde eerst uit waarom ze mij op kantoor had geroepen en werkte vervolgens haar lijstje af: Wat was de reden van mijn ziekmelding en waarom was ik onbereikbaar geweest? Ik probeerde mijn reden van ziekmelding een beetje te omzeilen. Want eigenlijk schaamde ik mij. Ik had me ziek gemeld, maar het probleem was niet een ziekte, maar een jonge hond die niet alleen kon blijven. De situatie thuis was totaal uit de hand gelopen; de hond was niet te houden en at aan alle meubilair als hij alleen was. Ik zat nu in een huwelijkscrisis en kon daarom niet werken.
Ik had me ook goed voorbereid, dus dat ging ik niet meteen allemaal vertellen. Alleen als de manager mij op de juiste manier, de goede vragen zou stellen. Maar ze keek streng en vertelde over de regels van ziekmelden, contact houden, Wet Poortwachter, verzuimprotocol. Ik voelde me niet uitgenodigd haar te vertellen hoe het zat.
Ik moest huilen. Ik voelde me zo ellendig. Ellendig over mijn eigen onterechte ziekmelding, over het ontwijken van contact, en nu over dit akelige gesprek met een manager die alleen maar kon praten in procedures en protocollen.
En toen gebeurde er iets moois. Mevrouw de manager veegde in één beweging haar vragenlijst opzij, strekte haar handen naar mij uit en zei: ‘Maar vertel me dan, wat is er dat je zo dwars zit, wat kan ik voor je doen?’
Bij de nabespreking zei ze dat ze bij de voorbereiding had gedacht: ’als de acteur maar niet gaat huilen. Want hoe reageer je dan, en hoe houd je dan het gesprek zakelijk?’ Maar op het moment dat ik ging huilen had ze daar niet meer aan gedacht.
Toen sprak haar hart, en niet de manager.