Archive for February, 2014

Solliciteren met tranen

Auteur: agnes

‘En iedere keer moet ik huilen bij die vraag.’
Aan het woord is Elma, een cliënte die met mij haar sollicitatiegesprek wil oefenen.

Ze is al een aantal keer op gesprek geweest, en iedere keer moet ze huilen als haar opleiding ter sprake komt. Ze krijgt namelijk altijd de vraag waarom ze zéven jaar lang heeft gestudeerd. Deze studie is toch in vier jaar af te ronden? Of heeft ze gewoon lekker lang genoten van haar studententijd?

Elma heeft een aantal jaar voor haar zieke vader gezorgd, tot zijn overlijden. Er waren periodes waarin ze meer in het ziekenhuis zat dan in de collegebanken. En als ze wel thuis was had ze vaak zoveel aan haar hoofd, dat de studie op het tweede plan kwam. Elma haar moeder was al eerder overleden en als enigst kind wilde zij er zijn en alles doen voor haar vader.

Inmiddels is het al een paar jaar geleden en heeft ze een fijn leven. Het verlies van haar ouders heeft ze, dacht ze, wel goed verwerkt. Maar de gedachten aan haar studietijd riepen iedere keer veel emoties op. En op tranen zit je niet te wachten in je sollicitatiegesprek. Weg is alles wat je wilt vertellen over je motivatie en je kwaliteiten. Voor de sollicitatiecommissie niet leuk, en voor Elma al helemaal niet.

Op mijn verzoek schreef ze alle vragen op die haar in de sollicitatiegesprekken zo uit balans brachten. Daarna zochten we bij elke vraag een antwoord van ongeveer vier zinnen dat kort de situatie van toen weergaf. Genoeg informatie die niet uitnodigde tot meer vragen. En daar gingen we mee oefenen. Ik was de sollicitatiecommissie en Elma was zichzelf.

We wisselden de ‘sollicitatiegesprekken’ af met een spelletje of een oefening en de eerste paar keer dat ik Elma ‘overviel’ met een vraag over haar opleiding was het wel even moeilijk. Maar het ging steeds beter naarmate Elma de antwoorden paraat had. We oefenden voor de spiegel haar houding en gezichtsuitdrukking als ze haar verhaaltje deed.

Twee maanden later werd ze aangenomen op een nieuwe functie. Er was in het sollicitatiegesprek niets gevraagd over haar opleiding.

Protocol en procedure

Auteur: agnes

Als trainingsacteur werd ik ingezet voor het oefenen van een verzuimgesprek. Hiervoor had ik een casus gekregen: Ik was vorige week maandag niet naar het werk gegaan, en had ook niet gebeld. Toen de manager mij belde, zei ik dat ik ziek was en verbrak ik zo snel mogelijk de verbinding. De rest van de week heb ik de telefoon niet opgenomen. De maandag daarna ben ik aan het werk gegaan alsof er niks aan de hand was. Dus nu werd ik bij de manager geroepen, die graag wilde weten hoe het precies zat met mijn verzuim van de afgelopen week.

De manager is een jonge dame met een fiere uitstraling. Ze had haar gesprek goed voorbereid. Voor haar lag een vragenlijstje. Ze legde eerst uit waarom ze mij op kantoor had geroepen en werkte vervolgens haar lijstje af: Wat was de reden van mijn ziekmelding en waarom was ik onbereikbaar geweest? Ik probeerde mijn reden van ziekmelding een beetje te omzeilen. Want eigenlijk schaamde ik mij. Ik had me ziek gemeld, maar het probleem was niet een ziekte, maar een jonge hond die niet alleen kon blijven. De situatie thuis was totaal uit de hand gelopen; de hond was niet te houden en at aan alle meubilair als hij alleen was. Ik zat nu in een huwelijkscrisis en kon daarom niet werken.

Ik had me ook goed voorbereid, dus dat ging ik niet meteen allemaal vertellen. Alleen als de manager mij op de juiste manier, de goede vragen zou stellen. Maar ze keek streng en vertelde over de regels van ziekmelden, contact houden, Wet Poortwachter, verzuimprotocol. Ik voelde me niet uitgenodigd haar te vertellen hoe het zat.

Ik moest huilen. Ik voelde me zo ellendig. Ellendig over mijn eigen onterechte ziekmelding, over het ontwijken van contact, en nu over dit akelige gesprek met een manager die alleen maar kon praten in procedures en protocollen.

En toen gebeurde er iets moois. Mevrouw de manager veegde in één beweging haar vragenlijst opzij, strekte haar handen naar mij uit en zei: ‘Maar vertel me dan, wat is er dat je zo dwars zit, wat kan ik voor je doen?’

Bij de nabespreking zei ze dat ze bij de voorbereiding had gedacht: ’als de acteur maar niet gaat huilen. Want hoe reageer je dan, en hoe houd je dan het gesprek zakelijk?’ Maar op het moment dat ik ging huilen had ze daar niet meer aan gedacht.
Toen sprak haar hart, en niet de manager.

Ook leuk

Auteur: agnes

Een klassieke vraag in loopbaancoaching is: ‘Wat wilde je worden toen je twaalf jaar was?’
In mijn generatie (ik ben geboren in de sixties) kozen veel vriendinnen voor ‘juf’ of ‘zuster’. Dat was ook precies het antwoord dat ik kreeg van een cliënt die door een reorganisatie haar baan als administratief medewerkster kwijt raakte.

Een loopbaan heeft vaak een bepaalde vanzelfsprekendheid. Je kiest een richting op je achttiende en dan rol je als vanzelf van de ene baan in de andere. Vaak verkassen mensen binnen hetzelfde bedrijf een paar keer en is er, als ze veertiger zijn en gedwongen na moeten denken over hun loopbaan, ineens het besef: is dit alles? Soms noodgedwongen door een reorganisatie, maar in de zorg ontmoet ik ook veel cliënten die fysiek hun werk niet meer kunnen doen en dus ook gedwongen de bakens moeten verzetten.

Mijn cliënt begint echt te stralen als ze vertelt over haar diepste wens van vroeger, verpleegkundige worden. Maar ze lacht me hartelijk uit als ik haar vraag de mogelijkheden te onderzoeken. Immers, ze is inmiddels over de veertig, heeft drie kinderen waarvan de jongste een baby is en heeft gewoon een báán nodig. Geen dróómbeeld. Geld moet er verdiend worden, ze heeft een hypotheek en het inkomen van haar man is niet zo dat zij kan stoppen met werken.

Gaandeweg het traject komen haar kwaliteiten en drijfveren in beeld. Zorgzaam, iets willen betekenen voor een ander, verantwoordelijkheid dragen, zelfstandig werken. Allemaal passend bij de functie van een verpleegkundige. Haar werkgever begint druk te zetten; er moet een einde komen aan haar loopbaantraject. Ik draag haar op concreet te onderzoeken of ze verpleegkundige zou kunnen worden en wat de kosten zijn. Want volgens mij zit de weerstand in haar hoofd, ik voel dat ze bereid is haar hart te volgen, om risico te nemen en haar zekerheden, die ineens een beknelling blijken, los te laten.

Om een lang verhaal kort te maken: ze is nu verpleegkundige!
We maakten een plan van aanpak voor haar werkgever met een overzicht van de kosten en haar investering. Met medewerking van haar echtgenoot en moeder werd de kinderopvang thuis anders geregeld. Dit leverde een financiële besparing op die ze kon gebruiken voor de opleidingskosten. Haar werkgever was onder de indruk en wilde alle medewerking verlenen. Ze betaalden de helft van haar opleiding en al haar boeken.

‘Wat wilde jij worden toen je twaalf was?’

Het verlies van Willem

Auteur: agnes

De afgelopen twee jaar waren verschrikkelijk geweest. Na meer dan dertig jaar werken bij een grote multinational was hij in de reorganisatie herplaatst bij een bedrijf met een vergelijkbaar product. Alleen, hij was een specialist geweest en dat kon hij niet meer zijn bij zijn nieuwe werkgever. Hij raakte gefrustreerd, ging fouten maken en na veel gedoe en onbegrip van beide kanten was hij akkoord gegaan met ontslag.

50 jaar, een grote vent, worstelend met gevoelens van onmacht, boosheid en berusting. Ergens wel zeker van zichzelf dat hij een nieuwe baan zal vinden, anderzijds ongerust door verhalen over crisis en leeftijd. Hij ervaarde uit zijn naaste omgeving heel veel druk. Van zijn partner, van zijn vrienden. Allemaal sporen ze hem aan tot solliciteren, tot actie ondernemen. Vooral niet te gaan zitten. Dit kon ik fysiek ook aan hem zien; hij was onrustig en kon soms moeilijk uit zijn woorden komen.

Het is een feit dat als je je werk verliest, je door de verlieservaring ook weer bepaald wordt bij eerdere verliesmomenten in je leven. Toen ik hem dat uitlegde zag ik dat ik de juiste snaar had geraakt. Hij had de afgelopen jaren heel veel verlies geleden. Verlies van gezondheid, verlies van werkplek, zijn moeder was in zijn armen gestorven, en hij had twee huisdieren moeten laten inslapen. Steeds weer afscheid nemen.

In zijn omgeving kon hij daar niet te lang bij stilstaan. Er moest gewerkt worden en door flink aan te pakken heb je geen last van je verdriet. En emoties zijn al helemaal niet voor op het werk.
Toch?

Willem zijn ontslag leidde tot ‘normale’ rouw. Daar hebben we het niet zo gemakkelijk over. Rouw over een verlies door de dood misschien nog wel, maar rouw over ontslag, reorganisatie of fusie wordt nogal eens als ‘weerstand’ gelabeld.

We bekeken de transitiecirkel in relatie tot zijn werk. Willem moest aan de slag met rouwarbeid. Taken verrichten om met zijn verlies om te gaan. Daar heb ik hem praktische handreikingen voor gegeven. Wat hij nodig had is tijd en rust om betekenis te kunnen geven aan zijn verdriet.

Mijn advies was om de komende twee maanden alleen aandacht te geven aan zichzelf en zijn verlies. Niet heel actief op zoek te gaan naar werk. Het solliciteren en loopbaantraject even op een laag pitje te zetten. Wel een beetje netwerken, wat contacten onderhouden of opnieuw leggen binnen zijn vakgebied. En verder vooral aandacht aan zichzelf en zijn proces te geven. Om straks gemotiveerd en vol (zelf)vertrouwen actief te kunnen zoeken naar een nieuwe baan.

Willem vond het een verademing, om stem te geven aan zijn gevoelens. Tijdens de coaching ontspande hij zichtbaar.
Soms begint veranderen bij stilstaan.

Droom

Auteur: agnes

Tijdens een vakantie in Thailand sliepen wij een nacht in een drijvend hotel op de river Kwai.
We kwamen ’s avonds laat aan met de bus bij de botensteiger. Vooraf had de reisleidster ons daar al geanimeerd over verteld; dat we pas de volgende ochtend zouden ontdekken waar we terecht waren gekomen.

Bij het licht van lantaarns werd onze bagage in longtailboats geladen. Lange smalle boten met een grote buitenboordmotor. Nauwelijks ingestapt spoten de boten weg, de nacht in. We zagen niets! Geen idee waar de oever was, geen contouren van land, geen licht, alleen het lampje van de boot achter ons. We joegen de donkere nacht in met onbekende bestemming.

Toen ik eenmaal in een reorganisatie terecht kwam heb ik daar nog vaak aan gedacht. Dat gevoel dat je in een niet te stoppen vaart zit maar geen idee hebt waar naartoe, het overal donker om je heen is, je geen bakens ziet om je op te richten. Alleen dat lampje achter je, wat staat voor alles wat je vertrouwd is, maar los moet laten. Hoe kijk je dan vooruit?

Uiteraard maakten wij ons een voorstelling van de plek waar we de volgende ochtend wakker zouden worden. Maar de werkelijkheid overtrof alles. Het was paradijselijk, een droom die werkelijkheid bleek te zijn.

Ik adviseer mijn cliënten regelmatig om te dromen en te visualiseren. Want dat waar jij je aandacht op richt, groeit. Visualeer eens hoe je leven is over een jaar. Hoe zie jij jezelf in de toekomst aan het werk? Laat alles toe waar je hart sneller van gaat kloppen en laat je fantasie de vrije loop!
Visualiseren blijkt een krachtig middel. Mijn cliënten vóelen op dat moment hoe het is om in die gewenste situatie te zijn. Ze voelen het verschil tussen nu en dán.
Vervolgens kijken we waar in die dromen mogelijkheden zitten. En dan blijken dromen echt werkelijkheid te kunnen worden.

Zelf de regie

Auteur: agnes

Eind jaren ’80. Eindelijk Delhi op mijn vluchtschema. Als jonge KLM stewardess had ik daar zó veel over gehoord; Delhi is fantastisch, shoppen bij het Rode Fort, geweldig! Ik verheug me mateloos en maak in gedachten al een hele ‘to do list’.

Ik ervaar Delhi als heet en stoffig. Het verkeer is chaotisch met koeien op straat waar iedereen omheen toetert. Mijn hotelkamer is een verademing, koel en donker bij binnenkomst. Wachtend op mijn koffer trek ik de gordijnen open. De hoteltuin met wuivende palmen is een groene oase. Een schitterend zwembad, de ligstoelen staan klaar, de bar is open. Ik verheug me op een frisse duik.

Dan zie ik het hek. De hoteltuin wordt omsloten door een hoog ijzeren hek.
Daar achter is alles grijs, met een enkel accent van felgekleurd plastic. Het duurt even voordat ik mijn ogen geloof. Vanuit mijn hotelkamer kijk ik recht in een sloppenwijk. Kartonnen dozen als huizen, stukken plastic als muren, overal plassen water van onbestemde kleur.

Weg is mijn opwinding over de komende koopjes. In de taxi voor het stoplicht steken bedelende kinderen smoezelige handjes naar binnen. Ze houden gehandicapte baby’s omhoog. Smekende blikken vragen om geld. Nooit voelde ik mij tegelijkertijd zó ongemakkelijk en zó bevoorrecht.

Als ik moet zeggen waar het is begonnen, is het daar. Dáár in Delhi realiseerde ik mij hoe bepalend het voor je leven is of je kansen krijgt om je te ontwikkelen. Hoe waardevol het is als je zelf de regie kunt nemen over je leven en je loopbaan.
Bij dat proces ligt mijn hart. Een stukje met iemand oplopen in zijn of haar ontwikkelpad, vaardigheden aanreiken, zelfkennis ontwikkelen. Zodat je geleid wordt door jezelf, en niet door je omstandigheden.